Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 206] [p. 206] Geef ons heden...! 1. Een uurtje lust, een dagje last, Is 't mengsel, dat het best ons past; 'k Vrees, wie het ànders hebben woû, Dat hij zijn lust aan Lust Welhaast verliezen zou! 2. Wat ons bekoort en streelt en boeit 'Hoeft niet veracht, 'hoeft niet verfoeid! Och neen! geniet het dankbaar-bl; Maar zóo, dat van uw taak 't Alleen Verpóozing zij! 3. Leer bovenal, reeds in uw jeugd, Dat Ernst - de Vader is der Deugd; En dat de Smart ons hart gewis (Al schijnt ze soms wat straf!) De teêrste Moeder is! [pagina 207] [p. 207] 4. Smaak lustig dus wat de Aard u biedt, Maar mor dan om haar lasten niet; En denk: 'als 'k eens mijn oogen sluit, 'Zien Ginds die lust en last Er ligt héel ànders uit!' 5. Of 't Hier dan goed of kwalijk zij, Blijf vrolijk-ernstig.... rustig-bij; En bid in vreugde, en bid in nood, Steeds éerst om 't Hemelsche En dàn om 't Aardsche brood! Vorige Volgende