Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 188] [p. 188] De kleinste. In 't groene dal, in 't stille dal, Waar kleine bloempjes groeijen, Daar ruischt een blanke waterval; En druppels spatten overal, Om ieder bloempje te besproeijen... Ook 't kleinste! En boven op der heuvlen spits, Waar forsche boomen groeijen, Daar zweept de stormvlaag fel en bits; Daar treft de rosse bliksemflits, En splijt, bij 't dâvrend onweêrloeijen, Den grootste! Omhoog, omlaag, op berg en dal, Ben 'k in de hand des Héeren! Toch kies ik, als ik kiezen zal, Mijn stille plek, mijn' waterval; Toch blijf ik steeds, naar mijn begeeren, De kleinste! Vorige Volgende