Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 138] [p. 138] Goede moed. refrein. 'Goede moed, goede moed, Alle kwaad verdragen doet!' 1. Is de winter soms wat koud, Vouw uw kraag maar dubbel breed; Is de zomer soms wat heet, Schuil maar in het groene woud; Is uw beurs wat gladjes, Is uw maag wat platjes, Haal de riem maar straffer toe... En blijf altijd wèl te moê! refrein. 'Goede moed, goede moed Alle leed vergeten doet!' 2. Om geléden en gehàd, Tòb', noch zucht', noch treure uw ziel; 't Regentje, dat gistren viel, Maakt van dáag toch niet meer nàt! [pagina 139] [p. 139] Alle levensdagen Brengen vreugd en plagen: Smaak of draag ze, vroom en vroê, Maar blijf altijd wèl te moê! refrein. 'Goede moed, goede moed Doet aan geest en ligchaam goed!' 3. Rimpels weg, uit hoofd en hart; Open ziel, en open blik; Goede moed!... en zie, van schrik Vlieden alle zorg en smart! Hopen en gelooven, Bidden kracht van Boven, Werken, tot zijn avond toe... Wie dàt kan, blijft wèl te moê! Vorige Volgende