Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] Jantje wijsneus. Jantje, wat hebt ge toch kostlijk verstand! Alle-mans wijsheid is in u gevaren; Praat-je niet puur, of je 't las uit een krant? 'k Denk, dat geen Schepen het béter zou klaren! Staat er een zaak nòg zoo scheef en zoo kwaad, Jij weet remedie - en altijd probaat! Maar van uw wijsheid (ik weet niet hoe 't zit!) Schiet voor u Zelven, naar 't lijkt, niet veel óver; 't Hapert er altijd aan dat of aan dit, En met uw boel is het bittertjes pover; 'k Denk, het waar' beter (al leek-je wat mal!) Hadt ge wat akkers, of beestjes op stal. Weet ge, hoe of Mij de zaak is verklaard? Hadt ge die wijsheid (het kon u geen hinder) Méer voor uw eigen gedoente bewaard, - Hadt ge die wijsheid voor àndren wat minder, Dan liep-je niet op een slof en een schoen... Praten is praten, maar werken is 'doen!' Vorige Volgende