Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Bestendigs. Het golfje vliet, het windje waait; De zon en maan gaan op en neêr; Ja 'k hoor, de 'heele wereld draait; Is er dan niets bestendigs meer? Vast, véel bestendigs is er niet; Maar iets toch staat onwrikbaar pal Hoe 't windje waait, hoe 't golfje vliet, Hoe ook de wereld draaijen zal; En luide roept in ieders hart, Al houdt men zich ook willens doof: 'Dát, wat des levens wisling tàrt, Is kloeke Moed en vast Geloof.' Vorige Volgende