Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Loon naar werk. 1. Grijp de scherpe sikkel aan, Sla ze door het goudgeel graan, Ga met dankbaar hart aan 't maaijen; Zie, hoe 't veld te prijken staat... Och! wat hèlpt die goede raad, Zoo uw hand vergat.... te zaaijen! 2. 't Graan, dat dáar zoo welig groeit, Is met moeizaam zweet besproeid, Kostte vlijt bij dag en nachten!.. Gij, hebt tijd en kracht verspild, Traag en zorgloos - en gij wilt, Zonder arbeid, loon verwachten? 3. Neen! - de goede, wijze God Heeft des levens rijkst genot Zóo met Arbeid zaâmgeweven, Dat (hetzij men lagche of zucht') Toch de zuurst-verdiende vrucht Steeds den zoetsten smaak zal geven. [pagina 47] [p. 47] 4. Ploeg en zaai dus onverpoosd, Zwoeg en zorg en werk getroost... En als de oogst, in gouden halmen, Dàn op 't veld te prijken staat, En uw hand de sikkel slaat... Dank dan God, in blijde psalmen! Vorige Volgende