Al de volksdichten. Deel 1(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 206] [p. 206] Moederliefde. 1. Van de heuvlen stroomt de waterval In het dal, En verspreidt, als zomerregen, Milden zegen, Waar het koele, zoele, klare nat Henenspat. 2. Is het niet, of ik Uw beeld aanschouw, Moedertrouw? Eér zou ik de druppels tellen Van die wellen, Dan het heil en leven, dat Uw vloed Spruiten doet. 3. Als de winter nijpt - de zomer brandt Op het land Beekje! zult ge uw nat verliezen; Of bevriezen! Moederliefde blijft in hitte of koû Even trouw. [pagina 207] [p. 207] 4. Zalig 't huis dan (zij de muur van goud, Of van hout!) Waar die bron van heil zijn vlieten Uit mag gieten.... En nog steeds, schoon ze Allen àlles geeft, Over-heeft! Vorige Volgende