Al de volksdichten. Deel 1(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 90] [p. 90] IV. Voor de Muiderpoort. 24 November 1813. De trom is geroerd, de poort is digt, De wapens blinken in 't avendlicht, Tot strijd op dood en leven: 'Gedenk aan Woerden: aan Vrouw en Kind!’ - Ai! wat er harten beven.... Daar kwam de Kozak - als Vrind! 'In Naarden zij nog het nest niet leêg, Langs Wesep dan maar! en roep ter deeg Hoerah! naar Amstels beemden: Dáár ducht elk man nog voor vrouw en kind... We zijn geen wilde-vreemden: Hoerah! de Kozak is Vrind.’ Kozakje kom hier! zet weg je lans, Maak vuur: Wij schaften een flinke schrans, En wijn - al was 't Champanje! En als je dan alles kostlijk vindt, Roep dan: Hoezee Oranje! In plaats van Hoerah - mijn Vrind. Vorige Volgende