Al de kinderliederen(1861)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 155] [p. 155] Kloek en blank. Kloek van ligchaam, kloek van geest, Zijn de Nederlandsche knapen Steeds geweest! Op dan, Jongen, niet geslapen! Oefen oog en oor en hand, Rek uw pezen, staal uw spieren, Streef naar kennis en verstand! - Goede zeden, goê manieren, Scherpe zinnen, sterke spieren, Zijn de steunsels van een Land! Blank van ligchaam, blank van ziel, Was het, wat in Neêrlands maagden Steeds geviel! Meisje! - wie er Gistren klaagden: ‘t Was slechts zóó in Ouden tijd!’ Doe hun 't Heden anders blijken! Laat die nijders, tot hun spijt, Hoe ze turen, hoe ze kijken, Schaamrood vonnis moeten strijken: Dat ge zonder smetjes zijt! [pagina 156] [p. 156] Och! bedenk het, jong geslacht! In Uw harten, in Uw handen, Ligt de kracht, Ligt het heil der Nederlanden! Houd dan beiden kloek en blank... 't Land, waarin gij zijt geboren, Geeft ge nimmer beter dank, Voor het goede aan u beschoren, Dan, dat we als uw lofspraak hooren: Kloek is 't ligchaam, - 't hart is blank! Vorige Volgende