Al de kinderliederen(1861)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 134] [p. 134] De mieren. Wilt gij in uw jonge jaren Wijsheid gâren, Komt dan, kinders, komt dan hier! Ziet die rappe, kleine mier Slaven, draven, gâren, sparen, Of ze 't deed voor haar plêzier.... Jongens! wat een aardig dier! Zoo te werken, zoo te zwoegen, Is genoegen Om te zien en om te doen: Voorraad, in het goed saizoen, Voor den winter zaâm te voegen, Als er vruchten zijn noch groen.... Kinders! 'k raad je 't ook te doen. Luije meisjes, luije knapen! Gapen, slapen..... Doet gij 't in uw' jonger' tijd, 'k Vrees, dat ge ouder honger lijdt. - Leert ge dus geen voorraad rapen, 'k Zeg u: dat ge (tot mijn spijt) Dommer dan de mieren zijt. Vorige Volgende