Al de kinderliederen(1861)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] Ons poesje. Wel, poesje! wat is er uw velletje zacht, Uw pootjes, die lijken fluweel, Zoo wit is uw neus en zoo bont is uw vacht, Gij spint er zoo goedig als ik met u speel, Zoo aardige poesjes, die zijn er niet veel: - Wat let me, dat ik je 'reis zoen! Want weet-je, mijn dief! ik heb-je zoo lief! Maar krabben, dat moet ge niet doen! - Wel, vrind! met mijn pootjes zoo zacht als fluweel Daar strijk ik mijn haartjes meê glad; Ik wasch me wel telkens, ik wasch me wel veel, Wie speelt er toch graag met een morsige kat? En 'k heb van uw melk ook zoo dikwijls gehad; Och, geef me gerust maar een' zoen: En krabben, mijn vrind! - Gij zijt een zoet kind, Dat zou ik de Stouterts maar doen. - Vorige Volgende