Al de kinderliederen(1861)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 69] [p. 69] Boterblômmetje. Ik moet u toch 'reis roemen, Mijn kleine boterblôm! Al keken de andre bloemen Daar nog zoo knorrig om; Gij staat zoo glinstrend in het hout, Alsof ge waart van klinkklaar goud. De bloempjes in de potten, De bloempjes in de kast, Die hebben mak'lijk spotten, Zij worden opgepast; Gij staat in alle wind en weêr En groeit en bloeit toch evenzeer. Ik kon wel van u leeren, Heeft Vader mij gezeîd: Meer dan de mooiste kleêren Siert ons tevredenheid; - Zoodat een arm en dankbaar kind Verdient, dat men het dubbel mint! Vorige Volgende