schonk opvalt, wat wel iets zegt over 's man opmerkingsgave en eenvoud!
Alle Bokma, de meegereden fotograaf schiet zijn eerste plaat terwijl direkteur Van der Meulen schrijver hartelijk welkom heet en hem voorgaat naar de op verzoek van Heeresma met serpentines versierde ruimte waar ook een geheel versierde stoel gereed staat waarin Heeresma maar meteen gaat zitten wat hem op een hartelijk applaus van het Tango-team komt te staan.
Het eerste borreltje wordt ingeschonken en de direkteur overhandigt schrijver een speciaal voor deze gelegenheid geslagen penning.
Ontroerd opent Heeresma het fluwelen doosje en konstateert meteen een fout in het jaartal wat, zoals de direkteur belooft, ogenblikkelijk zal worden hersteld.
Het tekenen der kontrakten geschiedt door de schrijver met behulp van een stempeltje daar zijn omzwachtelde hand - een ongelukje tijdens een jachtpartij op het landgoed Santhage - hem niet in staat stelt een vulpen te gebruiken. Hierna vraagt een charmante jonge vrouw, de sekretaresse mejuffrouw E. de Wolf het woord en bekwaam bijgestaan door de heer Pelikaan wordt de schrijver overstelpt met kleine, met zorg uitgezochte attenties waaronder een echte Afrikaanse kniedrum, een fijne hint in de richting van een van Heeresma's ontroerendste boeken, de zedenschets Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp.
Heere Heeresma, zichtbaar getroffen door al die verwennerij, schuift mejuffrouw De Wolf de smalle gouden ring aan de vinger, presenteert sigaren en dankt. Hij bekent dat het hem niet is ontgaan dat de kleuren van de versiering, in groen en rood, ook de kleuren zijn van zijn verre vaderland dat hij ooit nog eens, wanneer de omstandigheden het toelaten en er eindelijk