Pvb. Ovidii Nasonis Minne-kunst, gepast op d'Amsterdamsche vryagien: met noch andere minne-dichten ende mengel-dichten, alle nieu ende te voren niet gesien.(1622)–Johan van Heemskerck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 211] [p. 211] Op Cloris Goude ketentjen en hare gulde arm-ringhen. WAER toe sluyt ghy u hals en u snee-witte handen Aen dese goude boey, in dese gulde banden? Terwijl ghy u vertoont in een gevangens schijn, So voert ghy heerschappy baldadigh over mijn. Kom CLORIS, kom en doet u boeyen om mijn leden; Want die betamen meer mijn staet als s'u oyt deden: Ick ben u schoonheyds slaef; so is 't oock reden dan Dat ick, en niet dat ghy, de teeckens draegh daer van. Vorige Volgende