Een woord vooraf
Een studie omtrent het geboorte-niveau der Nederlandse Rooms-Katholieken, waarvoor het gebruik van veel niet gepubliceerd statistisch materiaal noodzakelijk is, zou niet mogelijk zijn zonder de welwillende medewerking van een aantal research-bureaux in binnen- en buitenland, die over de desbetreffende gegevens beschikken. Wij betuigen onze dank aan de volgende instellingen voor het verschaffen van belangrijk cijfermateriaal: het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Gemeentelijk Bureau van Statistiek te Amsterdam, het Katholiek Sociaal-Kerkelijk Instituut, het Nationaal Instituut voor de Statistiek van België, het Statistisches Landesamt Nordrhein-Westfalen, het Niedersächsisches Amt für Landesplanung und Statistik en het Bayerisches Statistisches Landesamt.
Bijzonder erkentelijk zijn wij Drs T. van den Brink, hoofd van de afdeling Algemene Tellingen en Bevolkingsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, voor het laten verzamelen van zeer vele gegevens en het verstrekken van waardevolle adviezen.
Tenslotte onze dank aan collega Hofstee voor het doorlezen van het manuscript en het ter beschikking stellen van het in de afdeling Sociale en Economische Geografie der Landbouwhogeschool te Wageningen vervaardigde geboortecijfer-kartogram der Nederlandse gemeenten voor de periode 1851-1855.
Deze studie was juist voltooid toen het Bisschoppelijk Mandement verscheen, dat tot uitvoerige discussies over de organisatie der katholieken in ons land heeft geleid. Het Mandement als zodanig valt uiteraard buiten de probleemstelling van ons werk. Een groot deel van de kenmerken van het Nederlandse Katholicisme, gelijk deze in onze studie uitvoerig zijn geschetst, kunnen echter in genoemde publicatie der Nederlandse Bisschoppen eveneens worden waargenomen.