Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden– Auteursrechtvrij
[pagina 69]
| |
[pagina 71]
| |
XIIde lied.
| |
[pagina 72]
| |
Daar voelt mijn hart
Geen' bange smart,
Noch vrees, om Hem mijn nood te klagen;
Daar sproei ik traan op traan,
Op al mijn euveldaân,
Hoe veel die zijn en Hem mishagen!
3[regelnummer]
O Eenzaamheid! gij zijt m'een' hemel;
G'ontrukt mij aan het schijngenot;
G'ontvoert mij uit het aardsch gewemel,
Maakt mij gemeenzaam met mijn' God!
Uw' stille rust
Is al mijn lust,
Ter regeling van mijn' gedachten,
Om 't biddend hart en oog,
Te heffen naar omboog,
En al mijn heil van God te wachten.
|
|