Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden– Auteursrechtvrij
[pagina 53]
| |
[pagina 55]
| |
Xde lied.
| |
[pagina 56]
| |
Het wis kompas is in zijn hand,
Waardoor gij 't hemelsch Vaderland,
Der stille rust kunt vinden;
De wereld-zee, hoe onbesuisd
Zij tegen rots en klippen bruist,
Kan nooit zijn magt ontbinden.
3[regelnummer]
Zie jezus van zijn vroegste jeugd,
Hoe Hij zich heeft gedragen,
Hij, 't voorbeeld van volmaakte deugd,
En 't Godd'lijk welbehagen.
Zie jezus, zie hoe onvermoeid
Hij zich aan regt en waarheid boeit,
Ontmommend huichelaren;
Hoor Hem, als Leeraar, 't heilig doel
Van God, met rein en warm gevoel,
De menschen openbaren.
| |
[pagina 57]
| |
4[regelnummer]
Zie, mensch! zie jezus ned'righeid,
Zie Hem in ootmoed wand'len;
In vlekkelooze heiligheid,
Met vriend en vijand hand'len.
Zie Hem bij kranken en in nood,
Bij armen en bij graf en dood,
Als menschenvriend verkeeren;
En blijf ook, op uw levensbaan,
Hoe onnavolgbaar, zulk bestaan,
Van Hem altijd begeeren.
| |
Tweede Afdeeling.5 Zie jezus, in Gethzemané,
Den last der zonde dragen,
Hoor Hem in doodsche droefheids wee,
Zijn' Vader sterkte vragen;
| |
[pagina 58]
| |
Zie zijn gedrag bij 't snoodst verraad,
Ze Hem zijn vriendsc apshulp, voor haat,
Zijn' vangeren betoonen;
En leer zoo, met het reinst gevoel,
Naar 't voorbeeld van zijn heilvol doel,
Nooit kwaad met kwaad beloonen.
6[regelnummer]
Zie jezus in Cajafas zaal,
Met onze schuld bewogen,
Miskend, door schimp en logentaal,
Ver cht, bespot, bespogen;
Zie Hem, o mensch! en schat hierbij,
Zijn grootheid, magt en heerschappij,
Zijn heiligheid, zijn waarde;
Zie, hoe Hij u, door leed en smart,
Als 't eenigst rustpunt voor uw hart,
Den hemel bragt op aarde.
| |
[pagina 59]
| |
7[regelnummer]
Zie Hem aan 't kruis, en hoor zijn beê,
Voor zijne moordenaren,
Die eeuwig heil, genaê en vreê,
Een' kruis'ling deed ervaren;
Zie Hem, die licht en leven is,
Voor U in bange duisternis,
Van zijnen God verlaten;
Hoor, hoe de groote Levens-vorst,
Voor U, daar smachtend klaagt: mij dorst!
En leer de zonde haten.
8[regelnummer]
Zie jezus, zie Hem in zijn leed,
Met al uw' zonden strijden;
Zie Hem, o mensch! die niets misdeed,
De zwaarste smarten lijden!
Zie Hem, in zulk een smart, bespot,
Door priesterschaar en 't moordziek rot,
| |
[pagina 60]
| |
Bij 't grieven zijner wonden;
Zie Hem, die 't levenspad ontsloot,
Voor u zich storten in den dood,
Als boet'ling uwer zonden!
| |
Derde Afdeeling.9[regelnummer]
Zie jezus, die het al volbragt,
Hoe Hij, in 't graf gezonken,
De stille rust, die gij verwacht,
Heeft aan uw stof geschonken;
Zie Hem, die graf en dood verwon,
Weêr, als de schoonste morgenzon,
Uit 't graf des doods verrezen;
Zie Hem, hoe Hij, in heerlijkheid,
Voor u den weg des heils bereidt,
Om steeds bij Hem te wezen.
| |
[pagina 61]
| |
10[regelnummer]
Zie Hem, daar Hij ten hemel vaart,
Zijn' vrienden troost bij 't scheiden,
Zijn' Geest belooft, die hen op aard
Zou leeren, sterken, leiden;
Zie Hem, verheerlijkt op zijn' troon,
Als Heer en God, als 's Menschen-zoon,
Als Priester en als Koning,
Daar Hem een' zalig' Eng'len stoet,
Als Wereldheerscher, blijd' begroet,
Met Godd'lijk' eerbetooning.
11[regelnummer]
Sla zoo, o mensch! uw oog op Hem,
De bron van 't eeuwig leven,
Om, aan zijn zaalge liefdestem,
Gehoorzaamheid te geven.
Zie jezus, uw' Verlosser, aan,
Bij 't denkbeeld, wat Hij heeft gedaan,
| |
[pagina 62]
| |
Toen Hem uw rampstaat griefde;
En geef, door uw gedrag, Hem eer,
Als uw Verlosser, God en Heer,
Met reine wederliefde.
12[regelnummer]
O jezus! doe ons zielgezigt
Zoo, immer, op U staren,
Dat w'al het heil, door U gesticht,
In ons gemoed ervaren;
Dat w'U, als onzen waardsten schat,
Beminnen, op ons levenspad,
U nooit uit 't oog verliezen;
Doe ons zoo steeds uw liefde zien,
Dat wij, wat ons deez' aard moog' biên,
U, boven alles, kiezen.
|
|