Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden– Auteursrechtvrij
[pagina 147]
| |
[pagina 149]
| |
XXVIIste lied.
| |
[pagina 150]
| |
3[regelnummer]
Hier drukt' onze last der zonden
Diepe wonden
In uw rein onschuldig hart;
En 't geen U nog 't zwaarste griefde:
Vaderliefde
Bleef verscholen bij uw' smart.
4[regelnummer]
Moest Gij, in deez' donk're streken,
Driemaal smeeken:
‘Vader! zoo het moog'lijk zij,
Laat mij dezen kelk niet drinken;
Zie mij zinken
In de smarten die ik lij!’
5[regelnummer]
‘Vader!’ Neen, het was hier strijden;
Al uw lijden
Was verëend met 's Vaders wil;
't Bloedig zweet mogt U ontvloeijen,
Helsche boeijen
U beknellen; Gij waart stil!
| |
[pagina 151]
| |
6[regelnummer]
Zoudt G', o Heiland! hier bezwijken,
Smart ontwijken?
Neen: uw Vader hoord' uw beê;
Zond een Engel, Uste sterken
Bij 't bewerken
Van des zondaars heil en vreê!
7[regelnummer]
Sliep uw drietal volgelingen,
Bij 't voldingen
Van den losprijs? Smartlijk leed!
Gij toch moest de smartpers treden,
Daar, in Eden,
Reeds de bloedprijs was besteed!
8[regelnummer]
Moest U doodsche droefheid treffen?
Zich verheffen
Tot de hoogste maat en trap;
Lijdend moest Gij zegevieren;
Eerlaurieren
Volgden U van stap tot stap!
| |
[pagina 152]
| |
9[regelnummer]
Zondaars mogen 't lijden heeten,
Daar 't geweten
Rust'loos klopt, door schuldgevoel;
Maar Gij, die geen zonde kende,
Droegt d'ellende
Schuld'loos met het reinste doel.
10[regelnummer]
's Vaders gramschap moest Gij dragen,
Helsche slagen
Met een vlekkelooze ziel;
En die strijd was niet volstreden,
Niet geleden,
Voor de laatste vijand viel!
11[regelnummer]
Gij, ô hoogste menschenliefde!
Wat U griefde,
Bleeft getrouw tot in den dood:
Leer ons dankend' voor U leven,
d'Eer U geven,
Dat G' ons 't leven pad ontsloot!
|
|