Nieuwe stichtelijke liederen (2 delen)
(1818)–Johannes Hazeu Cornelisz., Dirk van der Reijden– Auteursrechtvrij
[pagina 49]
| |
[pagina 51]
| |
Xde lied.
| |
[pagina 52]
| |
2[regelnummer]
Moet men klagen, droevig treuren,
Daar men Nero's heerschend' ziet;
God wil die ten zetel beuren,
Als een' tuchtroê in 't gebied;
Zij toch vallen, als een ceder
Voor den storm, in 't stof ter neder,
Daar God weêr in gunst gedenkt,
En vernieuwde welvaart schenkt.
3[regelnummer]
O, hoe zalig is het leven,
Onder 't Godd'lijk Albestuur,
Dat, zoo magtig als verheven,
Alles rigt ter goeder uur!
In de bangste tegenspoeden,
Doet Hij ook zijn' gunst bevroeden;
Regelt elks bijzonder lot,
Als een Albesturend God.
| |
[pagina 53]
| |
4[regelnummer]
Zien wij moedwil, euveldaden,
Met gezag en eer bekleed;
't Kwaad verheffen, 't goed versmaden,
God, die alles ziet en weet,
Ziet, in al de wereldkringen,
Het gedrag der stervelingen;
Loont het goede, straft het kwaad,
Naar zijn' eeuwig wijzen raad.
5[regelnummer]
Hij doorwandelt d'afgrondskolken;
Blijft besturen al wat leeft;
Vestigt en vernedert volken,
Zoo als Hij 't besloten heeft.
Duizend, duizend wereldbollen,
Doet Hij om hunn' assen rollen;
't Stargewelf getuigt er van:
Alles loopt naar 't Godd'lijk plan!
| |
[pagina 54]
| |
6[regelnummer]
Wie zou zich niet veilig achten
In uw' zaal'ge heerschappij,
Groote God! zoo groot van krachten:
Regel en bestuur ook mij;
Doe mij, in de bange zorgen,
Die, op ied'ren nieuwen morgen,
Mij bedroeven, 't hart en oog
Tot U heffen naar omhoog.
7[regelnummer]
Gij, die d'eeuwen zult verduren,
Troonmonarch! die 't stof der aard',
Zoo aanbidd'lijk blijft besturen,
Gij zijt al mijn' hulde waard;
'k Blijf in 't stil vertrouwen leven,
Dat G'uw volk nooit zult begeven;
Juich, mijn' ziel! op 't hoogst vereerd,
Juich nu vrolijk: God regeert!
|
|