Kinderspelen, in leerzame gedichtjes(1837)–Johannes Hazeu Cornelisz.– Auteursrechtvrijin leerzame gedichtjes Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Het hobbelpaard. Bl. 14. Nooit is me een blijder dag geboren, Dan toen ik kreeg dit hobbelpaard; Niets kon mij immer meer bekoren, Ik had mijn geld hiervoor bewaard; 't Had wel een jaar nog moeten lijden, Mijn beursje kwam nog veel te kort, En nu kan 'k op mijn paardje rijden, Waardoor mijn vreugd vermeerderd wordt. Nu kan ik mij gelukkig noemen, Ik kreeg dit paard toch onverwacht, O ja, ik moet mijne ouders roemen, Zij gaven 't eer, dan 'k had gedacht, Hoe dankbaar moet een kind niet wezen, Wanneer 't liefdadige ouders heeft; Zij worden nooit genoeg geprezen Voor 't goede, dat hun liefde ons geeft. [pagina 15] [p. 15] O Lievende Ouders! 'k voel uw waarde, Hoe goed zijt ge op uw Jantje niet! - Gij zijt mijn lust en vreugde op aarde, Nu steeds mijn oog uw liefde ziet. Een kind, dat dankbaar tracht te leven, Zich aan gehoorzaamheid verbindt, Kan aan zijne ouders blijdschap geven, En wordt van God en mensch bemind. Vorige Volgende