Verzamelde gedichten(1988)–Pé Hawinkels– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 250] [p. 250] aant. Hasta la vista De wezenloze dandy schreit niet meer; Zijn houding lijkt in waardigheid op die Der aartsvaders, zoals een sneeuwkristal In verfijnde structuur kan lijken op 'n vliegevleugel; Zo zit hij rechtgerugd op 't randje van De fauteuilzitting waarop voor jaren Opa expireerde & staart in nostalgieke verten Achter de tussen zijn knieënpaar geknielde Toeriste uit een imaginair Portugal, die hem zojuist In een de betere klassen optimaal impressionerende Fado opgebiecht heeft dat voor haar 't orgasme Enkel weggelegd is na uren saampjes denken Aan haar in sinterklaasrijmen 't frequentst gegispte Onvolkomenheden. In zijn ogen, holtes Evenmin door het onderscheid van wit, iris En pupil verlevendigd als de oogbollen van Specimina uit de tweede bloeiperiode van de Griekse beeldhouwkunst, houdt de glans huis Van het Havengebouw om 07.30 uur; Zijn armen zijn quasi-zegenend uitgestrekt Naar het onderdanige persoontje, maar, in plaats Van de te verwachten palm naar boven & de vingers Ontspannen drijvend op het vijvervlak Van haar schouders, vormen zijn handen cups Onder haar borsten, zó klein, dat men ze eerder Voor grote puisten houden zou dan voor Uitnodigendste zetel & receptaculum in de hele erotiek Van West-Europa. Zijn geslacht kijkt bijdehand Uit z'n onbewoonbaar verklaarde woning, zoals Een woestijnkonijntje in Walt Disneys ‘Livin’ Desert'. Ook zij weent niet: met de grote bruine ogen Van een twaalfjarige martelares, reeds opgedekt Om geslachtofferd te worden, beziet zij De krans uit elf sterren, afkomstig van 't welpenpetje Dat haar wereld 's avonds opzet, om zijn hoofd. Vorige Volgende