‘I wish I could write you a melody so plain, that could hold you, dear lady, from going insane, that could ease you and cool you and cease the pain of your useless and pointless knowledge.’ Bob Dylan
[pagina 7]
[p. 7]
Het is een droom
Het is een droom, en niemand weet
Wanneer hij is begonnen.
Toen de nacht viel, stroomden wij
Het binnenland in en lieten het strand,
Wang aan wang met water, waarvóór
Wij heel de dag ons hadden staan vergapen
Aan de glans en het licht van hoop & vrijheid
In de verte, voor wat het was, en vloekten.
Geheel conform dan verder de beproevingen
Waar pioniers, die in de nacht nog verder trekken
Omdat ze zich achter wanen op het tijdschema
- Iets zinloos toch al, waar slechts éen
Van de tijdstippen die de reis begrenzen
Bij benadering kan worden aangegeven -,
Door worden geplaagd volgens het prospectus
Worstelden wij zwijgend en zwetend, en,
Dit voor de liefhebbers van stafrijm, ook zwoegend,
Dieper de jungle in; en in die inspanning
Prikte niet enkel ons eigen zweet rond onze
Baardstoppels, nee, ook de baardstoppels van de nacht
Deden het hunne als welke gelegenheid
Een perverse kus met het etmaal te wisselen
Zich voordeed, en dat was vaak, vaker dan
Wij de zwermen muskieten konden verslaan.
Dat is een droom, en niemand weet
Wanneer hij is begonnen - bij de on-
Dergang, daarstraks, van zon & avond,
Of voor, lang voor de dageraad van het
Bewustzijn. Maar in die droom een droom,
Zo nieuw als schone lakens, die
Met zijn onwerkelijkheid dát aspect
Van nummer éen niet dieper maakt, maar opheft.
In de vaagheid van de nacht zweeft
[pagina 8]
[p. 8]
Intiem & bleek een tweede onbepaaldheid,
En wie zich zonder benen er naar toe beweegt,
De ogen spitst om beter te gaan zien,
Herinnert zich de keren dat een innerlijke reden dit