| |
| |
| |
Voor onze moeders
Nora Verdin en Maria Van Driessche
| |
| |
| |
Vooraf
De kiekens komen niet gebraden in uw mond gevlogen.
Alles loopt, behalve een pier, die kruipt.
Den duvel schijt op de grootsten hoop.
Het gebeurt vaak: in het heetst van een conversatie, als alle andere argumenten op zijn, wordt de ultieme joker van overtuigingskracht getrokken, waarmee de overige verzamelde wijsheid meteen en voorgoed naar de kleedkamer van de dialoog verdwijnt. Dat finale gezagsargument is: ‘Ons moeder zei altijd...’ In het slechtste geval volgt dan een cliché, een dooddoener, een bestaande spreuk. In het beste geval hoor je een gevatte oneliner die ofwel intrigeert en om meer uitleg vraagt, ofwel meteen een beeld op je netvlies zet dat geen verdere toelichting behoeft. Het zijn vooral die laatste twee soorten wijsheden die dit boek onder de aandacht wil brengen. Ze doen je misschien glimlachen, of ze choqueren of confronteren. Of misschien doen ze je wel terugverlangen naar een tijd toen het leven nog eenvoudiger leek.
| |
| |
| |
Wat is wijsheid?
Levenswijsheid - of korter: wijsheid - is deelbaar inzicht in het leven. Mensen hebben iets geleerd uit eigen ervaring, of ze hebben fouten gemaakt en willen hun kinderen daarvoor behoeden door hun een wijze raad mee te geven. Ze zetten daarna onbewust de volgende stap: dat inzicht delen met anderen. Ze vinden het algemeen belang groter dan hun eigenbelang. Ze zijn, zoals het echte moeders betaamt, genereus, ook met wijsheid.
Bepaalde wijsheden van beroemde filosofen hebben een plaats gekregen in onze taal of andere talen. Denken we maar aan de wijze woorden van Mahatma Gandhi die vaak worden geciteerd. Of aan de wijsheden die de Bond zonder Naam al jaren met ons deelt, tot op vandaag.
Nog sterker wordt de levenswijsheid als ze uit het volk komt. Een volkswijsheid is letterlijk kennis die het volk heeft vergaard door ervaring. En die kennis willen vaders en moeders graag delen met hun kinderen en kleinkinderen. De levenswijsheden in dit boek zijn zulke uitingen van volkswijsheid.
Een wijsheid is fundamenteel anders dan een oneliner of een tweet. Die heeft vaak de bedoeling de aandacht te vatten, de controverse op te roepen, de lezer te prikkelen. Maar door de snelheid waarmee hij gedebiteerd
| |
| |
moet worden, gaat de nuance al eens verloren.
Een wijsheid is ook fundamenteel anders dan spreekwoorden of zegswijzen in de standaardtaal. Die zijn gemeengoed geworden en zijn onlosmakelijk verbonden met ons taalpatrimonium. Wijsheden zijn vaak, maar niet altijd, lokaal verankerd. Nochtans zijn de meeste spreekwoorden ontstaan als volkswijsheden. De zeventiende-eeuwse dichter Jacob Cats schreef: ‘Spreeckwoorden zijn de dochters van de dagelijcksche ondervinding.’
Op zijn best is een wijsheid een pittig en prikkelend verwoord inzicht dat ons kan helpen bij een oordeel of handeling. Er zit dus een zekere moraliteit in. Er zit ook levenskunst in. De wijsheden in dit boek hebben de tijd gehad om te rijpen, om hun definitieve vorm te vinden. Onze ouders en grootouders zijn één groot vat vol ervaring. Dit boek wil de organische mondelinge overlevering een handje toesteken.
Dit boek spitst zich vooral toe op de wijsheden die uit moeders (of grootmoeders) mond komen. De ene al wat wijzer dan de andere. En een moeder zegt al wel eens wat. Soms reageert ze gewoon met een wijsheid omdat ze geen ander antwoord kent of wil geven. In andere gevallen is de wijsheid die ze wil meegeven ernstiger bedoeld. De redenen waarom zijn uiteenlopend, de ene moeder is namelijk de andere niet. En in sommige situaties gaan ook vaders zich ermee bemoeien.
| |
| |
| |
De eeuwige moeder
Een moeder is de bron van alles en een rots in de branding van het leven. De veilige haven in moeilijke tijden. Vaak het emotionele, maar ook het praktische baken tijdens de jeugd. Daar gaan we tenminste van uit.
‘Moeder’ is een woord met veel betekenissen. Uiteraard letterlijk de vrouw die een kind op de wereld zet. Maar ook de matrijs waaruit dingen worden vervaardigd - cd's bijvoorbeeld - of de oorsprong van een reeks - de moeder aller oorlogen, om maar wat te zeggen. Ze kan verschillende namen krijgen, van kort tot lang: ma, mam, mem, moe, mama, mams, moer, moes, mamma, mater, memme, moeke, make, mammie, mams, mamske, moesje... Het is ook geen toeval dat die koosnaampjes overal ter wereld met een m beginnen. Dat is namelijk een makkelijk uit te spreken medeklinker voor kinderen. Het kan ook een werkwoord worden: moederen, ‘zich als een moeder gedragen, liefdevol zorg dragen’, maar dan veeleer met de bijklank ‘bemoeiziek’. Het woord kan ook als verkleinwoord opduiken. Corry Konings zong al over ‘Je moedertje’. En als we het over de natuur hebben, durven we al eens over Moedertje Natuur te spreken. Maar wat moeten we er dan van denken? Wijst het op een soort welwillend dedain voor een jonge moeder die de knepen van het vak nog moet leren? Of gebruiken we het als sussend woord voor een dame op leeftijd die we met het verkleinwoord op haar gemak proberen te stellen? Nergens voor nodig, na- | |
| |
tuurlijk. Want ook die ‘moedertjes’ zijn vaten vol wijsheid en hebben meer levenservaring in hun pink dan kinderen in hun hele lijf.
In een groot deel van Vlaanderen - niet overal - hebben we overigens de onbedwingbare neiging om een moeder als gemeenschappelijk bezit te beschouwen. ‘Ons moeder’ of ‘ons ma’ of ‘ons moe’. Dat schept een band, want iedereen kan zelf bepalen of hij of zij bij die ‘ons’ hoort. Dat zorgt ervoor dat de moederlijke wijsheden meteen ook publiek domein mogen en moeten worden. Moeders die zich niet aangesproken voelen door het meervoudige bezittelijke voornaamwoord zijn uiteraard even welkom in deze bundel. Zij mogen ons gerust vervangen door mijn.
Een moeder probeert op haar eigen manier en met haar eigen stijl en temperament haar kinderen groot te brengen. Haar doel? Die kinderen op hun eigen manier wapenen voor het leven en tegen impulsieve beslissingen. Een moeder kan bezorgd zijn om de gevaren die haar kind bedreigen. Ze kan proberen haar eigen moraal door te geven. Of ze wil haar kinderen confronteren met de mogelijke implicaties van hun gedrag. Misschien wil ze gewoon haar levenservaring doorgeven. Of ze is trots op wat haar kinderen presteren, of angstig voor een wereld waarvan zij zelf ook niet weet welke kant ze uit gaat. En ja, een moeder kan ook humor hebben, vaak zelfs.
| |
| |
Uiteraard kan de moeder vandaag de dag genderneutraal zijn. Want ook een man kan een echt moedertje zijn. In sommige domeinen is de vader wellicht zelfs kwistiger met advies dan de moeder. Over geld en drank zal hij misschien makkelijker wat wijsheid delen, en misschien ook met een andere toon.
| |
Van Ieper tot Hasselt
We zijn voor de in dit boek verzamelde wijsheden te rade gegaan bij het Vlaamse publiek. Iedereen is of was de zoon of dochter van een moeder, de kleinzoon of kleindochter van een oma. Iedereen heeft wel eens zo'n wijsheid te horen gekregen. De hier gepresenteerde wijsheden zijn verzameld bij een breed en divers publiek. Crowdmining noemen ze zoiets in de eenentwintigste eeuw. Met een eigen website, mailings, socialemediacampagnes, een vragenlijst van de Stichting Nederlandse Dialecten en flyers hebben we jullie aangesproken. Jan en alleman kreeg de gelegenheid zijn zegje te doen.
En dat leverde wat op. Velen hebben de kans gegrepen wijsheden te verzamelen vooraleer ze verloren zouden gaan. We hebben honderden verschillende volkswijsheden gevonden, in alle toonaarden en lengtes. Sommige grappig, sommige confronterend, soms plat, soms heel fijn. Ze kwamen ook van overal: Leuven, Merksem, Antwerpen, Nieuwpoort, Brugge, Hamme, Assebroek, Smetlede, Hechtel, Gent, Aalst,
| |
| |
Geraardsbergen, Ieper, Beveren, Temse, Lokeren, Torhout, Westmalle, Okegem, Turnhout... Waar mogelijk vermelden we de voornaam en herkomstplaats van de informanten.
Waar gaat het over in die wijsheden? Over geld natuurlijk, eten, drinken, uitgaan, of over onvermogen, liefdesverdriet, spijt, het leven, opvoeding, leeftijd, kunnen en leren, moeten... Alle aspecten van het leven waarin de ouders een sturende rol kunnen spelen komen aan bod. Deze verzameling wijsheden is dus verre van volledig. Het is een bundeling van inzendingen, geduid en volgens thema's gerangschikt.
| |
Overal anders
Bekende spreekwoorden hebben we in de mate van het mogelijke niet opgenomen, tenzij er een aanleiding was om ze binnen een bepaald thema toch te noemen. Ook zeispreuken hebben we niet behouden, op een beperkt aantal na. Je kent ze wel, die humoristische zinnetjes die vaak wijsheden verkondigen en altijd het woordje ‘zei’ bevatten. Meestal is het begin een bekend gezegde, met een ironische toevoeging. Ze bestaan in alle maten en kleuren, van neutraal tot heel plat. Alle beetjes helpen, zei de mug, en ze piste in zee of Bloed trekt, zei de boer, en hij gaf zijn zeug een tote (‘zoen’). Men noemt ze ook andermansspreuken, of moeilijker: apologische gezegden.
| |
| |
We verzamelen in deze bundel wel de nietszeggende replieken van moeders die geen zin hebben om te antwoorden op vragen van hun kinderen. Het gaat om reacties op vragen als ‘Wat gaan we eten?’, ‘Waar is papa?’ of ‘Waar gaan we heen?’. Wijsheden zijn het niet, maar ze zijn te mooi om ze niet te vermelden. Bij die verzameling horen ook de reacties op uitingen zoals ‘Ik meen...’, ‘Ik denk...’, ‘Ik wil niet...’ en ‘Ik kan niet...’.
Dit boek wil de lezer wijsheden leren kennen, maar ook peilen naar de achtergrond en historiek ervan. We willen de wijsheden in al hun glorie laten schitteren. We schetsen kort de context van de aanbrenger en waar mogelijk geven we wat duiding bij de ontstaansgeschiedenis of het gebruik van de wijsheid en de formulering ervan in verschillende regio's. Dit is evenwel geen volledig willekeurige verzameling van spreuken. Vandaar dat we het verzamelde materiaal hebben getoetst aan expertise in erfgoed en volkscultuur. Het werk van heemkundige kringen en het steunpunt erfgoed mag niet onderschat worden. Zij zijn een bijzondere antenne in het capteren van al die circulerende volkswijsheid, die meestal uit moeders mond komt gerold. We staan daarom ook graag op de schouders van onze voorgangers, die in tijdschriften of boeken allerlei wijsheden hebben opgenomen en besproken. We hebben onder andere vergeleken met Vlaamse Volkstaal, bron van humor en wijsheid van Henri Mullebrouck uit 1984.
| |
| |
De verzamelde volkswijsheden zijn nog niet altijd in het hele taalgebied op dezelfde manier doorgedrongen. Ze blijven per definitie beperkt tot een bepaalde regio of familie, en als ze al in diverse regio's voorkomen, zijn ze nog onaf, nog niet klaar om als standaarduitdrukking te gelden. Dat is te zien aan de verschillende varianten waarin ze voorkomen. Daarom vinden we in de suggesties die we kregen heel veel variaties op een thema. Een van die thema's is dat wie iets wil kúnnen er ook voor moet léren: wijsheden over het ‘kanneke’ en het ‘leerke’ werden dan ook in verschillende vormen ingestuurd. Een ander is de als-danvergelijking die duidelijk maakt dat hypotheses de werkelijkheid vaak niet vooruithelpen. Als mijn oma wieltjes had, dan was ze een autobus. Ook hier zien we veel varianten. En dat is niet fout. Elke taalregio - of zelfs nog enger: elke familie - gebruikt de wijsheid op haar eigen manier. Maar wat ze ermee willen doorgeven aan hun kinderen is in een aantal thema's te vatten.
Om na te gaan in welke Vlaamse regio's de wijsheden wel en niet bekend zijn, hebben we de grotere regionale dialectwoordenboeken uit de negentiende en twintigste eeuw geraadpleegd. Vaak blijken de ingestuurde wijsheden al langer bekend te zijn of in een ruimere regio gebruikt te worden dan we vermoedden. Andere bleken nog niet vastgelegd te zijn in de literatuur, of hebben we nog niet ontdekt in de veelheid van literatuur verzameld door regionale tijdschriften. Dat leert ons wat over de verspreiding en de frequentie, soms
| |
| |
over de ouderdom van dergelijke wijsheden. Waar mogelijk vullen we de door ons verzamelde gegevens dus aan met wat eerder in dialectwoordenboeken is opgetekend. We gebruiken dialectwoordenboeken uit heel Vlaanderen, maar hebben lang niet alle wijsheden daaruit hier opgenomen. We hebben ook niet alle bestaande plaatselijke dialectwoordenboeken geraadpleegd. Daarvoor zijn de tijd en de ruimte te beperkt. De uitgebreide gegevens van de gebruikte woordenboeken staan achteraan in het boek.
De uiteindelijke bedoeling is dat we de unieke zegswijzen die uit moeders mond rollen beter verzorgen, bewaren, duiden en ontsluiten. Door een aantal wijsheden in een boek te vatten, zorgen we ervoor dat er sporen blijven bestaan. In het beste geval komen ze opnieuw in gebruik, in het slechtste geval verschaffen ze ons inzicht in een voorbije wereld. In het mijnenveld van de oneliners die op ons worden afgevuurd, moeten ze ons helpen de wijsheden uit te lichten die ertoe doen. En zo hebben al die moeders en grootmoeders de wereld behalve de mooiste kinderen - eigen kind, mooiste kind - ook wijsheid bezorgd die niet één, maar vele levens meegaat.
|
|