Ten geleide
De meeste van de hier uitgegeven huldegedichten zijn eerder in twee cahiers gepubliceerd: Johan Maurits van Beverwijk, Lofdicht op Jan Fredrik Helmers (1819), uitgegeven door M. van Hattum ter gelegenheid van zijn promotie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, 7 maart 1994 (Helmers' 227ste geboortedag) (Amstelveense Cahiers 10) en Hulde aan Helmers, Lofdichten op Jan Fredrik Helmers, uitgegeven door M. van Hattum, ter gelegenheid van de presentatie van zijn boek Jan Fredrik Helmers (1767-1813). Leven en werk van een Amsterdamse wereldburger in Cultureel Centrum De Rode Hoed, 13 oktober 1996 (Amstelveense Cahiers 11). Zij waren opgedragen aan Gerard Fontijn en Piet Gerbrandy, paranimfen, en aan Marjolein van Tooren, Janwillem van der Ent en Ton Geerts, pc-technisch adviseurs.
De inleiding, waarin ook niet eerder gebruikt materiaal is verwerkt, zal eerst Helmers' leven en werk weer even in herinnering roepen. Daarna komt de recentere aandacht voor zijn werk aan de orde.
Na de huldegedichten volgen nog wat aantekeningen. Deze zijn weliswaar onnodig voor de gestaalde Helmers-kaders, die De Hollandsche natie bij tijd en wijle ter hand nemen om weer eens van harte te kunnen lachen, maar in de toekomst zullen er ook zijn die nooit van Charitinnen, De Ruyter of Virgijl hebben gehoord.
In noten en aantekeningen wordt met Leven en werk verwezen naar mijn in 1996 bij Schiphouwer en Brinkman te Amsterdam verschenen boek en met dhn naar Lotte Jensen's in 2009 bij Uitgeverij Vantilt te Nijmegen verschenen editie van Helmers' bekendste dichtwerk.
Dirk van Drunen, Janwillem van der Ent, Nop Maas, Ignaz Matthey en Johan Scholtens dank ik voor hun bijdragen.
Dit boekje wijd ik aan de nagedachtenis van Bernt Luger. Zijn enthousiaste werkgroepbegeleiding opende mij Vestdijks romanwereld. Door zijn welwillendheid kon ik een voor de aardigheid geschreven stuk - in Spektator (december 1973) verschenen als ‘Par exemple! Aspecten van het Bommelverhaal’ - voor een serieuze kandidaatsscriptie laten doorgaan. In alles wat ik verder in ons vakgebied ondernam, stelde hij het levendigst belang.
Op 14 oktober 1996 schreef hij me dat hij een dag eerder, op weg naar de presentatie van mijn boek, een ongeval had gekregen. Schertsend meldde hij toedracht en gevolgen. Op de 19de is hij overleden.
Luger was een groot kenner van de Nederlandse literatuur der negentiende