De pothoofdplant(1936)–Jac. van Hattum– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] De ochlocraat Uw zoete flemen naar ‘de vijfde stand’, Uw staag beroep op lage sentimenten; de drukke doening der gebalde hand, het vlotte spel van de raffinementen en achter mij kirrend een luxe vrouw, juichend, waar gij het prachtig wist te zeggen - ach, heel dit spel, dat ik ontmask'ren wou om het vies verraad de hoorders voor te leggen.... ach, heel dit spel.... en 't Proletariaat hoort weer zijn heil in het vlotte woord verkonden...; het zingt, het zingt, nu het de zaal verlaat: ‘Ten laatste male....’, uit drie-duizend monden. Vorige Volgende