Van Odrimond, Millimas en anderen(1941)–Jac. van Hattum, Maurits van Hattum– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Hazen-bruiloft Lang-lepel is de bruidegom en Pluimpje is de bruid; de hazenbruiloft wordt gevierd in het welriekend kruid. De bruigom draagt 'n hoge hoed en 'n gesteven boord; de bruid sleept over 't klaverveld, haar gazen sluier voort. Van alle kanten hupp'len nu de rappe gasten aan; de lucht lijkt donker-blauw fluweel met sterretjes en maan. Het is een wonder-mooie nacht en nergens dreigt gevaar; daar tokkelt reeds een hazepoot heel zachtjes de gitaar. De gasten nijgen voor de bruid en voor de bruidegom; van worteltjes en bonekruid prijkt er een: ‘Wellekom.’ [pagina 42] [p. 42] [pagina 43] [p. 43] De bruid strooit uit een tenen mand veel schijfjes suikerbiet; - want lekkernijen van fondant, die lusten haasjes niet. Ze snoepen raapjes van de klei en stukjes ramenas; ook hele malse blaadjes prei en sprietjes geurig gras. De nachtegaal rolt op een tak z'n hoogste trillers uit; hij zingt: ‘Nooit had een hazeman zo'n allerliefste bruid.’ Vorige Volgende