Van Odrimond, Millimas en anderen(1941)–Jac. van Hattum, Maurits van Hattum– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] [pagina 25] [p. 25] Bloemendroom De bloemen zijn gaan slapen; ik heb een zomernacht te midden van de bloemen, die sliepen, doorgebracht. En weet je, dat de bloemen ook dromen, als een mens? Ze fluist'ren in haar dromen aldoor de eend're wens: van goed zijn voor de vlinders, de hommel en de bij; dat dromen al de bloemen der tuinen en der wei. Maar 't liefste, wat ze dromen, is, dat ze in een glas, een zieke mogen troosten, die ongelukkig was. Die mooiste droom der bloemen blijft haar nog dagen bij; zoek bloemen voor een zieke: Ze fluist'ren: ‘Toe, pluk mij...’ Vorige Volgende