| |
| |
| |
Het beste en booste lid.
een nieuw lied wil ik zingen;
dat dient men te bedwingen.
Zij, die dit liedeke zong,
poogt enkel aan te tonen,
geen sterv'ling zal verschonen.
die ons het leed kwam brouwen;
het was in Vught ter stee,
het was in 't kamp der vrouwen.
en straks werd ieder woord
van ons aan hem verraden.
één tot zijn lief verkoren,
en, kozend, werd haar mond
de uitgang van heur oren.
was 's avonds nauw gesproken,
of 's ochtends werd het reeds
met straf op straf gewroken.
| |
| |
Toen zeiden wij: 't is uit,
dit valt niet te verschonen;
maar bleef ons toch verraden.
uit ons verband gestoten.
hetgeen zij kwam te horen,
Dan greep haar zulk een angst,
dat zij verloor haar zinnen;
van prikkeldraad omsloten;
zijn liefje neergeschoten.
| |
| |
zijn tortelduifje vallen;
het was in Vught ter stee;
toen trof zijn woede allen.
die zou voor allen boeten;
we zeiden: moet gestraft,
dat z'allen straffen moeten.
Zij deed niet meer, dan wij;
hoe haar er uit te kiezen?
Zij had niet meer, dan wij,
dan 't leven te verliezen.
Toen liet hij zonder meer
ons in een bunker sluiten
dat kan wel niemand weten,
die tijd heeft uitgezeten.
hoe traag de tijd kan gaan,
die zolang heeft gestaan.
| |
| |
sloeg raaklings aan de ander.
Daar was geen lucht, geen licht;
bloed bonsd' ons in d'oren;
de kelen schroeiden dicht
en elk wist zich verloren.
er stierven aan mijn schouder;
En toen hij 't dienstig vond
toen droeg men ons daar uit
en veertien doden buiten.
Van veertig, veertien dood:
het kwam zijn hoogste chef,
't kwam Himmler zelfs ter ore.
| |
| |
hem nu al niet gebrouwen;
het was in Vught ter stee;
het was in 't kamp der vrouwen.
men zegt, hij kreeg zijn loon
of werd verplaatst naar joden.
dat durf ik niet vermoeden;
voor zo'n barbaar behoeden.
dit lied wou ik u zingen;
leer wel dan, wie gij zijt,
dat booste lid bedwingen.
genoeg aan bloed verzaden;
|
|