De nagels in het vlees(1945)–Jac. van Hattum– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Neergehaald. Het was omtrent de middernacht; er was gezoem in alle luchten van aanval- en revanchevluchten en 't zoeklicht waaierde z'n pracht. Mijn oog liep langs de sterrenbeelden; het zoeklichtkruis hield een libel, een sierinsect, in stralenspel; 't was, of de goden drijfjacht speelden. En ieder hart heeft zo z'n wensen; en soms wordt het uiteengescheurd; het allervreeslijkst is gebeurd; een vliegtuig wordt bestuurd door mensen. En in wat klei ze neergekomen, of in wat brand ze zijn verkoold, geen avond, dat mijn oog niet doolt door 't filigraan der winterbomen. En 'k zing dan Luther's Kerstlied weer, een wijs, die mij niet wil verlaten, waanzinnig neuriënd door de straten: ‘Vom himmel hoch da kom ich her’. Vorige Volgende