Voorbericht
De eerste aflevering van de Geïllustreerde Beschrijving van de monumenten van geschiedenis en kunst in de gemeente Utrecht, die in 1956 is verschenen, behandelt de verdedigingswerken, bruggen en werven, de paleizen, de militaire en stedelijke dienstgebouwen. De thans gereedgekomen tweede aflevering is geheel gewijd aan de Domkerk en aan die kerkelijke gebouwen, die haar voorafgegaan zijn dan wel met haar één complex gevormd hebben of nog vormen.
Wegens het ongemene belang van deze deels verdwenen, deels nog bestaande kerkgebouwen aan het Domplein, heeft hun behandeling grote ruimte gevergd en om deze reden is het wenselijk gebleken er een afzonderlijke aflevering aan te wijden.
Meer dan in vroegere delen van de Geïllustreerde Beschrijving gebruikelijk was, is thans aandacht besteed aan bouwwerken, die weliswaar niet meer in wezen zijn maar die in afbeeldingen, opgegraven overblijfselen en archivalische gegevens voldoende sporen hebben nagelaten dat wij ons er een beeld van kunnen vormen. Dit geldt met name voor de St. Salvatorkerk (Oudmunster), de H. Kruiskapel en het schip van de Dom. Daardoor heeft de beschrijving van de Dom en het daarmee samenhangende gebouwencomplex zozeer het karakter van een monografie aangenomen, dat het wenselijk is geoordeeld er een afzonderlijk register van namen en zaken en een inhoudsopgave aan te verbinden.
De tekst van deze tweede aflevering is wederom samengesteld door Dr. E.J. Haslinghuis, oud-onderdirecteur van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg en oud-secretaris van de afdeling A der voormalige Rijkscommissie voor de Monumentenzorg. Hij werd terzijde gestaan door C.J.A.C. Peeters, wetenschappelijk ambtenaar bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, die deel had aan de uiteindelijke redactie en die met behulp van door de heer Haslinghuis reeds verzameld materiaal de voorgeschiedenis behandelde van de huidige Dom, de verdwenen en nog in de kerk of elders aanwezige inventarisstukken, de Kloostergang en het Groot Kapittelhuis. Onze erkentelijkheid gaat opnieuw uit naar al degenen, die reeds in het voorbericht van de eerste aflevering zijn genoemd, naar de archivaris der gemeente Utrecht Dr. J.E.A.L. Struick, architect Th. Haakma Wagenaar, groot kenner van de Dom, voorts naar de heer h. janse, architect bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, die de kappen van de Dom onderzocht ten behoeve van deze beschrijving, naar de leden van de Historische Commissie van de Nederlandse Klokkenspel-Vereniging, de heren A. Lehr en J.W.C. Besemer, die hun campanologische kennis te onzen dienste stelden, en bovenal naar Prof. Mr. Dr. W. Jappe Alberts,