Winterbloemen
(1879)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij
[pagina 218]
| |
Diepe zee.Ga naar voetnoot1)Daar is in 't West een zee, zoo klaar van stroomkristal,
Dat men er in de diepte een ganschen hof ziet bloeien,
Een bosch van planten, waaraan purpren bloemen gloeien,
Daartusschen 't schubbig heer, een ongeteld getal.
't Is of men met een greep dien tuin beroeren zal....
Of tusschen hem en u geen diepe waatren vloeien!
't Is louter zinsbedrog. De lusthof moge u boeien,
't Genot is u ontzegd: de aanschouwing is het al!
Herinn'ring voert u in haar lichte kiel langs stroomen,
Waarin gij op den boôm een gaarde bloeien ziet:
Het zijn de bloemen van uw Jeugd, die u verliet;
't Zijn 's levens zoetheên, u na kort genot ontnomen.
Gij wilt ze grijpen,.... wilt ze plukken.... ijdle proef!
Het leven geeft niet weêr, wat eens zijn stroom begroef!
|
|