Winterbloemen
(1879)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij
[pagina 155]
| |
Op het eiland Wight.And think 't would lead to some bright isle of rest. Voer, bootsman, ons naar Wight, een eiland licht der ruste,
Als soms het hart, na storm op 's werelds zee, verlangt.
O! als het leven met zijn zorg en strijd ons prangt,
Hoe welkom 't koeltje alsdan, dat 't vuur in 't binnenst bluschte!
Wij komen aan. Wis! wat ooit 's menschen hart geluste,
't Is hier bijeen, waar ons een paradijs ontvangt,
Welks oever als een bruid de blauwe golfstroom kuste,
Waaraan dit lachend oord zijn Zuiderweelden dankt.
Maar, paradijs?... O neen! Hier zie 'k de bleeke schimmen
Der Royal George, die, Ryde! uit uwe golven, klimmen;
'k Zie elders 't Slot, waarin de Koning-martlaar bad;
Den kerker, waar zijn kind verkwijnd en stervend zat;
Ook ginds van Osborne daagt een rouwvlag langs de baren....Ga naar voetnoot1)
Neen, bootsman! 't is hier niet. Wij moeten verder varen.
|
|