Winterbloemen(1879)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 134] [p. 134] Geestverschijningen. - ‘Doe, Vrouwe! voor mijn oog verrijzen Den man, dien ik u aan zal wijzen: Roep me uit de dooden Samuel!’ - Alzoo tot Endors wichlaresse Spreekt Saul. Hem hoort de Profetesse: De Ziener rijst op haar bevel! 'k Behoef naar Endor niet te trekken, Geen wichlaressen op te wekken, Geen doôn te roepen uit den dood: Ach, zij verrijzen, ongeroepen, Gedurig voor mijn oog bij groepen, Opdagende uit des grafkuils schoot. Zoo gaat het, als de jaren klimmen! Dan vult zich 't pad van zelf met schimmen: Een schim staat schier bij elken boom. Een spookgezicht als Hamlet's vader Treedt telkens op ons pad ons nader, En wenkt ons, in of zonder droom. Maar hoe? Zal ik er over klagen, Dat me aldus telkens dooden dagen?.... Bewaar' mij God! Ik dank er voor. Hoe zoet, weêr met de doôn te leven, Die God ons eenmaal had gegeven, En 't hart niet gansch aan 't graf verloor! [pagina 135] [p. 135] Hoe schoon, die stoet van menschelijke engelen, Die aarde en hemel samen mengelen, Als ze ons verschijnen voor 't gezicht, Zoo menschlijk zacht als ze eenmaal waren, En toch nu schittrende om de haren Met stralengloed van hemelsch licht. ‘Dit is, dit is, een hemelleger!’ Riep Jakob eens, en heerlijk steeg er Voor hem een schare in englendos. Maar als 'k de dierbren mag ontwaren, Die me eens ten broeder-engel waren, Ook ik roep luide: een leger Gods! Soms komen ze anders mij te voren: 'k Zie dan ze in 't lichtgewaad niet gloren, Neen, hen omplooit een donk'rer kleed: 't Zijn Samuels, die als Gods boden Zoo vaak mij naar den heilsweg noodden... Hoeveel, dat mij hun blik verweet! Maar, 't zij in witte of zwarte kleederen, Zij komen uit der doôn gelederen, En dienen de oude boodschap aan: - ‘Bereid u voor uw huis te zorgen; Want gij zult bij mij zijn op morgen: Bereid u ten gericht te gaan!’ - O! als ons zulke stemmen treffen, - Een Doode uit 't graf zich te zien heffen, Steen, zegel, wacht en Macht ten trots, Den Heiland, de open grot ontrijzend En ons den open hemel wijzend.... 't Is meer nog dan een leger Gods Vorige Volgende