Winterbloemen
(1879)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij
[pagina 63]
| |
Uit der kinderen mond.Ga naar voetnoot(1)Zwemt Maagdenburg in vuur en bloed,
Omdat daar wreede Tilly woedt,
Die met zijn moordziek heldenzwaard
Zoo groot als klein er velt ter aard, -
Één leger toch staat moedig daar:
Het is - der kleine kindren schaar,
Die voorttrekt als een krijgren-stoet,
En 't lied van Luther hooren doet:
‘Bewaar ons bij uw woord, o Heer,
En werp den troon des Satans neêr,
Die Jezus Christus, uwen Zoon,
Wil bonzen van den hemeltroon!’
Ha, hoe dit lied den Held ontsteekt,
Die zich als een Herodes wreekt:
‘Croäten! zulk een hoon eischt bloed;
Slacht vrij dat kettersche gebroed!’
De moord greep plaats: toen wolkte lauw
De rook van 't bloed naar 's hemels blauw....
't Gebed rees meê: God hoorde, en thans
Rust vloek op de asch des oorlogsmans;
Maar Maagdenburg bloeit, rijk aan glans,
En draagt met eer haar martelkrans.
|
|