Winterbloemen
(1879)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij
[pagina 32]
| |
De zendeling Jellesma op Java.Naar aanleiding van het onlangs op zijn graf te Modjo-Warno opgerichte gedenkteekenGa naar voetnoot1).Martlaars heeft de Kerk aanschouwd,
Die den vuurdood leden,
En, geblaakt door 't vlammend hout,
Liedren rijzen deden.
'k Heb een martelaar gezien! -
Hoorde ik iemand roemen -
Zijn er grooteren misschien?
'k Weet ze niet te noemen.
Modjo-Warno is 't, waar hij
's Zendlings tent moest planten;
Plek, vervuld van doodsgevaar:
Bosch aan alle kanten....
‘'t Zij zoo! spreekt hij, God wenkt mij;
'k Blijf hier in zijn vrede.’ -
Straks, een lievling sterft.... ‘ga vrij!’
Weêr een.... ‘ga, mijn tweede!’
| |
[pagina 33]
| |
Weêr.... ‘volg, derde, de andren na!’
Nu, gij zelf na allen;
Red u!... ‘Neen, ik val, waar 'k sta’!
En hij is gevallen,
Niet op eens een martelvuur
In- en doorgevlogen,
Maar verteerd, van uur tot uur,
Dood en doôn voor de oogen.
Martlaars heeft de Kerk gezien,
Die ze viert met feesten;
Maar mijn zendeling misschien
Overtrof de meesten.
|
|