Sneeuwklokjes
(1878)–J.P. Hasebroek– Auteursrechtvrij
[pagina 198]
| |
De Amerikaansche jubilee-zangers te Amsterdam.Ga naar voetnoot1)Welkom ook aan de Amstelzoomen,
Slaven, ginds uw boei ontkomen,
Maar die nu naar Hooger streeft,
Waar ge uw zangen veil voor geef
'k Hoorde uw zangerige kelen
Lustig 't lied der vrijheid kweelen,
Maar mijn geest ving meê 't geluid
Van Longfellow's zoete luit:
lied van longfellow.
Hij zong Davids harpgezangen,
De arme slaaf, te wreed gevangen,
Zong in vunzen kerkerwalm
Sions zege- en vrijheidspsalm.
| |
[pagina 199]
| |
In het uur, als 't nachtwind-ruischen
Lieflijk ons komt tegensuizen,
Zong hij met een stem, zoo klaar,
Of 't een krijgsbazuine waar',
't Jubellied van Isrels scharen,
Toen de wreede Egyptenaren,
Zelv' verdrinkend - wee voor wee! -
Zonken in den schoot der zee;
En de stem dier zoete noten
Kwam mijn boezem ingevloten,
En mijn hart hergaf den klank,
Zingend, van dien vrijheidszang:
‘Paulus, Silas, in hun kerker,
Zongen lof hun' Heilbewerker:
't Lied klom opwaarts, en Gods hand
Opende den kerkerwand, -
Maar, waar zijn hier de Englenmonden,
Die Gods heil den slaaf verkonden?
En wat aardschok werpt, o Heer,
Hier de kerkermuren neêr?’
En een stem weêrklonk me in de ooren:
‘God woû 't lied des slaafs verhooren:
Dichter, hoor dees melodij:
De gebondenen zijn vrij!’
|
|