[Vooraf]
De Schrijfster der volgende bladen weet niet, of zij wel gedaan heeft met ze uit te geven: maar weet wèl, dat zij alles, wat ooit eenen Autheur aanspraak op een zacht vonnis gaf, te haren voordeele kan bijbrengen.
Hare Lezers zullen zeker te heusch zijn om een vrouw hard te vallen: hare Lezeressen zullen hare gebreken niet grooter achten dan hare verdienste van de tolk van menig schoon vrouwelijk gevoel, de voorspraak van menige kleine vrouwelijke zwakheid te zijn: hare Beoordeelaars weten, dat een eersteling in een zoo weinig beoefend vak, als de Roman-Poëzij onder ons is, met regt op een genadig oordeel hoopt.
Meer dan dit wordt verwacht noch verlangd. De Schrijfster schreef meer voor zich-zelve dan voor het Publiek. Zij heeft haar eerste doel bereikt: het zal slechts een toegift zijn, zoo deze of gene vriendelijke hand haar een enkele bloem in den school werpt.