Verantwoording
Voor deze editie van Elize is de eerste druk gebruikt: Elize. Door de schrijfster van Te laat. Haarlem, Erven F. Bohn 1839.
De tekst is in moderne spelling overgezet en ook de interpunctie is gemoderniseerd, waarbij echter wel het gebruik van veel streepjes en puntjes is gehandhaafd vanwege de negentiende-eeuwse kleur. De alinea-indeling is gehandhaafd maar om het tekstbeeld niet te onrustig te maken, hebben we de zeer talrijke inspringingen niet overgenomen. Ook gemoderniseerd zijn het hoofdlettergebruik, thans ongebruikelijke cursiveringen en gespatieerde eigennamen. Zware vormen als ‘broeder’ en ‘ledig’ zijn veranderd in broer en leeg. Naamvalsvormen zijn gemoderniseerd dan wel met behulp van voorzetsels opgelost. De spelling van woorden in het Engels en Frans hebben we onveranderd gelaten. Met name het Engels beheerste de schrijfster niet volmaakt, getuige ook de soms vreemdsoortige syntaxis.
Ondanks de ouderwetse kleur hebben we het persoonlijk voornaamwoord ‘gij’ gehandhaafd. Anders zouden we steeds hebben moeten kiezen tussen jij of jullie en u terwijl het vaak niet duidelijk is of de schrijfster afstand wilde uitdrukken of juist niet. Het gebruik van gij is te vergelijken met het Engelse ‘you’ dat ookjij, jullie en ukan betekenen.
Elize was het onderwerp van een werkcollege dat Riet Schenkeveld-van der Dussen in het cursusjaar 2000 gaf bij de afstudeerrichting Nederlandse taalen letterkunde aan de Universiteit Utrecht. Voor hun bijdragen aan de annotaties en hun bestudering van deelaspecten van de roman zijn we veel dank verschuldigd aan: Jan de Boer, Clazina Dingemanse, Marianne Haages, Trudy van Halderen, Esther Papeveld, Magda Peeman, Manon Renaud, Marjolein van Slooten en Helmut Stubbe.
Boudewijn van den Berg (Meertensinstituut) en dr. J. Zwaan zijn we erkentelijk voor verschillende inlichtingen.
Het Prins Bernhard Cultuurfonds heeft ook dit deel van de Amazonereeks financieel gesteund.