| |
| |
| |
Beknopte opgave van gebruikte bronnen en literatuur
| |
Archivalia
Letterkundig museum, verz. E.J. Hasebroek |
ub Leiden, coll. Maatschappij der Nederlandse letterkunde: verz. Beets, verz. |
Bosboom-Toussaint, verz. A.C. Kruseman |
ub Amsterdam, handschriftencollectie: verz. E.J. Hasebroek; Réveil-archief: |
verz. Da Costa, verz. J.H. Koenen, verz. De Clercq |
| |
Creatief proza van Elisabeth Johanna Hasebroek in boekvorm
[An.] Te laat. Eene schets uit den tegenwoordigen tijd. Haarlem 1838 |
De schrijfster van Te Laat, Elize. Haarlem 1839 |
De schrijfster van Te Laat, Twee vrouwen. Haarlem 1840 |
De schrijfster van Te Laat, De bedevaartgangers. Haarlem 1841 |
Elisabeth Johanna Hasebroek, Verhalen en schetsen. Haarlem 1852. Hierin is werk uit de periode 1836-1851 gebundeld, waaronder de schets ‘Luchtspiegelingen’ over Karel Wilhelm Scheele. |
Margaretha Blaarer en eenige andere bladen uit het schetsboek van Elizabeth Johanna Hasebroek. Amsterdam 1855. De Universiteitsbibliotheek Nijmegen heeft een editie met dezelfde inhoud onder de titel Bladen uit het schetsboek van Elisabeth Johanna Hasebroek. Utrecht z.j. [ca 1860]. Hierin onder meer de schets ‘Een zaturdagavond op het land’. |
| |
Studies over Elisabeth Johanna Hasebroek
Cd Busken Huet, ‘Jufvrouw Hasebroek’ [1877]. Litterarischefantasien en kritieken X. Haarlem z.j. [1880] p. 47-86. |
Marita Mathijsen, ‘De maagdelijke pen; over “Twee vrouwen” uit de negentiende eeuw’. De revisor 4, 1977, p. 43-50. |
| |
| |
Jaap Meijer, De bedevaartgangers; een protozionistische roman van Betsy Hasebroek (1841). Heemstede, 1980. Uitgave in eigen beheer. |
Riet Schenkeveld-van der Dussen, ‘Waarom vergeten? De schrijfster Betsy Hasebroek (1811-1887)’. Literatuur 16, 1999, p. 70-76. |
Riet Schenkeveld-van der Dussen, De geheimen van het vrouwelijk hart. Nederlandse vrouwelijke auteurs over de liefde in lyriek en roman (1600-1840). Mededelingen knaw 64, 3, 2001, p. 22-35. |
| |
Herinneringen van en aan Betsy Hasebroek
J.P. Hasebroek, Een dichteralbum van vóór honderd jaren. Amsterdam z.j. [1890], hfdst. II. Mevrouw Kleyn, p. 49-75. Hierin stukken van J.P. en E.J. Hasebroek over hun grootmoeder. |
Elisabeth Johanna Hasebroek, ‘Uit mijn leven’. J.P. de Keyser, Neerland's letterkunde in de negentiende eeuw. Eerste deel. Proza. 's - Gravenhage 1877, p. 629. |
Elisabeth Johanna Hasebroek, Opdracht ‘Aan mijne veelgeliefde zuster Adriana Corneila Petronella Brill’. Verhalen en schetsen. Haarlem 1852. |
A.L.G. Bosboom-Toussaint, ‘Aan mijn vriend Ds. J.P. Hasebroek’, als open brief afgedrukt voor de derde druk van De graaf van Devonshire (1880). |
In memoriam E.J. Hasebroek in De Nederlandsche Spectator 1887, p. 316 en in Eigen haard 1888, p. 596. |
J.P. Hasebroek, Hesperiden. Amsterdam z.j. De bundel heeft als opdracht ‘Aan de nagedachtenis van mijne Zuster Elisabeth Johanna toegewijd.’ Er staan verscheidene gedichten over Betsy in, zoals ‘Een gebroken luit’, p. 97 en ‘Betsy's dagboek’, p. 262. |
| |
Over de kring van Heiloo en andere literaire contacten
J.H.J. Willems, Joh. Petrus Hasebroek. Bijdrage tot de kennis van het letterkundig leven, voornamelijk in de jaren ±1830-1840. Eindhoven 1939. Bijlage I, Brieven van Hasebroek aan de Gidsredactie en aan Potgieter. Hierin veel informatie over de voortgang van en de waardering voor het werk van Betsy. |
Marita Mathijsen e.a., De kring van Heiloo. Heiloo 1982. |
| |
| |
H. Reeser, De jeugdjaren van Anna Loaisa Geertruida Toussaint. Haarlem 1962 en De huwelijksjaren van A.L.G. Bosboom-Toussaint 1851-1886. Groningen 1985. |
J.H. Sikemeier, Elise van Calcar-Schiotling. Haarlem 1921. |
L. Brummel, De studietijd van R.C. Bakhuizen van den Brink door brieven toegelicht, p. 183-184 over Bakhuizen als recensent van het jaarboekje Tesselschade van 1839 waarin het verhaal ‘Marie’ van Betsy Hasebroek. |
| |
Over ‘realia’
AJ. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden. Gorinchem 1839-1851. |
R D. 't Hart, Utrecht en de cholera 1832-1910. Utrecht 1990. |
| |
Over bronnen en literaire context
Gerhard Kuipers, Verzamellijst van recensies en vermeldingen van buitenlandse literatuur in de Nederlandse periodieke pers gedurende het tijdvak 1830 tot en met 1839. Instituut Algemene Literatuurwetenschap. Utrecht 1983. |
Maria Edgeworth, Helen. Ed. Susan Manly and Cléone O'Gallchoir. London 1999. |
Eliza Rivers, ou la favorite de la nature. Roman traduit de l'Anglais par Mme S***. Paris, 1823.5 vls. Ex. Bibliothèque Nationale Paris. Sign. y 2 32132. |
Dankzij de zoekmachine Google kon deze roman, die door Hasebroek aan Charlotte Bury werd toegeschreven, aan de rechtmatige auteur Mary Ann Kelty worden teruggegeven. |
The Compact Edition of the D ictionary of National Biography. Oxford 1975. s.v. Kelty, Mary Ann. |
Regina Maria Roche, The Children of the Abbey. A Tale. London 1800. |
Joanna Shattock, The Oxford Guide to British Women Writers. Oxford 1993. |
Janet Todd, Dictionary of British Women Writers. London 1989. |
| |
| |
M.A. Schenkeveld-van der Dussen (hoofdred.), Met en zonder lauwerkrans. Schrijvendevrouwen uit de vroegmoderne tijd. Amsterdam 1997. |
F. Sengle, Biedermeierzeit. Deutsche Literatur im Spannungsfeld zwischen Restauration und Revolution 1815-1848. 3 dln. Stuttgart 1971-1980. |
| |
Opbouw van de roman
Aernout Drost in De vriend des vaderlands 1833. Recensie van Michiel Adriaan, De schijndode. |
Roland Barthes, z\s. Paris 1970. De opbouw van ‘geheimen’ in de roman. |
|
|