Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdZaterdag 19 april 1941- - -Ga naar voetnoot596 Geluncht met Ir. Woltjer in het Britsch-Indische restaurant, dat op de benedenverdieping vrij ernstig gehavend bleek uit de raid van Woensdag. Ik had ook Generaal Verniers van der Loeff uitgenoodigd. Woltjer is een scheepsbouwkundig ingenieur, die destijds met jou en mij de reis naar Nieuw York samen op de Zaandam heeft gemaaktGa naar voetnoot597. Hij was enkele dagen voor zijn vertrek nog bij Frans en Lydi Bouman geweest (hij is bij de Holland-Amerika Lijn). Hij had hun echter niet verteld, dat hij van plan was met vijf anderen met een klein motorbootje naar Engeland te ontsnappen. Ze hadden het bootje in een mestschuit, overdekt met stroo, naar de Zuid-Hollandsche wateren gebracht en waren vandaar vertrokken. De eerste keer mislukte het, omdat de motor weigerde; de tweede keer hadden ze meer geluk, maar de Duitschers werden toch gealarmeerd door de motor en onmiddellijk richtte men zes zoeklichten op hen, maar daar voeren zij onderdoor. De reis naar Lowertoft duurde 25 uren met nogal slecht weer; 't bootje was maar 15 voet lang. Aan de Engelsche kust aangekomen werden zij opgepikt, drijfnat; de Home Guards dachten aan een invasie of zoo iets. Maar spoedig was de zaak opgeklaard en kregen ze rum, sigaretten en Britsche uniformen en werden naar Londen gebracht, waar zij natuurlijk door allerlei autoriteiten werden verhoord over de toestanden in Holland. Ook Van der Loeff en mij vertelde hij heel veel, wat ik hier natuurlijk niet behoef op te schrijven; de geest moet-enkele uitzonderingen daargelaten - uitstekend zijn, ook onder de schooljeugd: steeds meer anti- | |
[pagina 284]
| |
Duitsch en nog meer zelfs anti-N.S.B. VoedseltoestandGa naar voetnoot598, gelukkig, voorloopig nog niet al te groot. Ieder luistert naar de B.B.C. Radio Oranje wordt, hetgeen ik wel verwachtte, niet erg goed beoordeeld. Veel trouw aan H.M. en aan de Regeering! Voedseltoestand zal volgende winter wel slecht zijn. Weinig enthousiasme bij de Duitschers. Hij was 't met mij eens, dat met een beetje fantasie en moed wij wel eenige vooraanstaande Nederlanders hierheen kunnen krijgen. |
|