Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdVrijdag 18 april 1941- - -Ga naar voetnoot593 Met Van Bylandt, Michiels, Generaal Verniers van der Loeff en Van Vredenburch de situatie in het Verre Oosten besproken. Michiels had juist een en ander op het Foreign Office vernomen, dat wel van belang is; de situatie in de Balkan ziet men zeer ernstig in; ‘the situation in Egypt is not taken too dramatically’. Het schijnt, dat Japan eerst zal beginnen, als Suez door de Duitschers is genomen (??). Eden is er erg voor, dat wij nu met de Engelschen en Australiërs op de basis van de Singapore-besprekingen een vaste afspraak makenGa naar voetnoot594. Nu Amerika als deelnemer en niet, als tevoren, als waarnemer, medewerkt aan de nadere stafbesprekingen, die vandaag in Singapore beginnen, en Cordell Hull meer geneigdheid tot samenwerking toont, stelt Eden voor dat Halifax | |
[pagina 283]
| |
en Loudon de V.S.A.-Regeering zullen verzoeken den Japanners mede te deelen, dat Amerika een verdere Zuidwaartsche penetratie van Japan even ernstig zal opnemen als wij. Wij stelden samen een telegram op aan Welter en Van Kleffens om hun instemming met een dergelijke opdracht aan Loudon te vragenGa naar voetnoot595. Ik kreeg bezoek van kapitein Prof. de Boer, dien ik voor Indië heb geengageerd om aan de Britsche Rubberresearch mede te werken; hij had reeds interessante dingen te vermelden; geluncht met Van de Stadt in de Savoy die weer erg gehavend is. - - - |
|