Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdMaandag 14 april 1941- - -Ga naar voetnoot585 Ik ben sedert een tijdje begonnen uitvoering te geven aan mijn eigen ‘ravitailleeringsplannen’, nl. geleidelijk inkoopen te doen van dingen, waaraan in Holland zeker een tekort zal zijn, als we terugkomen en die | |
[pagina 280]
| |
hier ook langzamerhand schaarsch worden; mijn huishoudster is daarbij een uitstekende hulp; zoo heb ik al toilet-, scheer- en waschzeep, koffie, thee, rijst, cacao, spaghetti, e.a. Ik schreef je vandaag een brief waarin ik je o.m. vertelde, dat ik een ‘antiquiteiten’-verzameling aanleg van 'Parinangka- en Robusta-spullen, ‘saboen’, enz., zooals jij dat zoo leuk had gedaan in je ‘kast en je kleedkamer’ in je vorige huis, je ‘hamsterkast’, nl.; ik hoop, dat de brief doorkomt en dat het duidelijk is! Overigens vlot het met de post tegenwoordig volstrekt niet: sedert begin Maart hoorde ik niets van je (brief van 15/2) en ik vrees jij evenmin van mij. 't Wordt beklemmend. De Paaschdagen hier op Hatch End zijn niet denderend geweest: op zulke dagen voel je de eenzaamheid dubbel. En 't einde schijnt nog lang niet nabij. 't Gaat ons noch in de Atlantic, noch in de Balkan voor den wind! | |
Dinsdag 15 april 1941- - -Ga naar voetnoot586 Buitenlandsche Zaken, Michiels, Generaal Verniers en ik zijn druk bezig met de voorbereiding van de a.s. nieuwe stafbesprekingen in Singapore, die op 18 dezer moeten beginnen en waaraan, behalve Engeland, Nederland, Nederlandsch-Indië en Australië, de V.S.A. als deelnemer en niet, zooals de vorige maalGa naar voetnoot587, slechts als waarnemer meedoet. Overlegd is, of deze besprekingen al dan niet publiek worden gemaakt. Tenslotte blijkt, dat de Amerikanen het liever niet willen: insiders in Japan weten het tóch wel en als men het openbaar maakt, versterkt men de onrust in Japan en de positie van de oorlogspartij. Overigens schijnt de publieke opinie, volgens Cordell Hull zelf, nog niet rijp te zijn voor dezen stap. 't Wordt anders hoog tijd, dat die opinie wél rijp wordt. Bezocht de afscheidsreceptie van den Chineeschen Ambassadeur, Quo Tai Chi, waar verschillende Chineezen mij verzekerden, dat zij volstrekt geen vrees hebben voor het staken van Russische hulp aan hun land als gevolg van het Matsuoka-Molotov pactGa naar voetnoot588. Ik geloof, dat dat juist is, maar heel zeker ben ik er niet op. |
|