Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 278]
| |
Woensdag 9 april 1941- - -Ga naar voetnoot581 Men is nogal ontsteld over den snellen Duitschen intocht in Saloniki; die smalle Thracische kuststrook was tóch niet te houden en ik ben blij, dat de Engelschen daar geen leger hebben heengezonden. Bedenkelijker lijkt mij, dat de Duitschers nu van het eene eiland van de Aegeische Zee naar het andere kunnen hinken, als over steenen om een beek over te steken, totdat zij al heel spoedig de Italiaansche Dodecanesus bereiken en die liggen vlak bij Kreta. 't Is mij onbegrijpelijk geweest, dat de Engelschen die Italiaansche eilanden niet tot elken prijs hebben veroverd. Zij waren geheel afgesneden van Italië en de Britsche vloot is allang oppermachtig in dat deel van de Middellandsche Zee; als de Duitschers een keten van luchtbases van Saloniki naar deze eilanden zouden kunnen maken, komen zij 1 vlak bij het Suez-kanaal, 2 sluiten de heele Turksche kust af, 3 verbreken de verbinding tusschen Kreta en het Britsche eiland Cyprus. |
|