Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdDonderdag 2 januari 1941Via Thos. Cook een brief van jou van 28/9, die nogal zorgelijk aandoet: je MoederGa naar voetnoot456 was toen nog erg ziek; gelukkig heb ik reeds veel latere berichten (7 December). Bezoek gehad van Wykeham Price, die mij vertelde, dat er een paar menschen van Scotland Yard bij hem zijn geweest vanwege zijn relaties met de Hollanders; het is gebleken dat den vijand berichten bereiken omtrent afvaarten en routes van convooien, die reeds geleid hebben | |
[pagina 235]
| |
tot ernstige scheepsverliezen. Men heeft eenige verdenking tegen een paar leden van de Nederlandsche Scheepvaart-en Handelscommissie en had de opinie van Price gevraagd, die weer bij mij was gekomen. Dit is natuurlijk een zeer ernstige zaak, die, als het waar is, met den dood zou moeten worden gestraft. Het leek mij het beste Price bij Minister Steenberghe als hoogsten chef van die Commissie te brengen. Steenberghe ried aan dat Scotland Yard zich in verbinding zou stellen met Cross, den Engelschen Scheepvaartminister, die, als hij de verdenking ernstig genoeg vond, de zaak met Steenberghe zou kunnen opnemen. De scheepvaartpositie blijft vrij luguber: er gaan heel veel schepen verloren in den Atlantischen Oceaan, maar nu ook door Duitsche raiders in den Pacific en den Indischen Oceaan, die naar men zegt in Japan worden uitgerust. Welter heeft der Indische Regeering verzocht onze zeestrijdkrachten voor deze vitale zaak ten volle te willen gebruiken. |
|