Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdZaterdag 28 december 1940Welter deelde den Chancellor of the Exchequer mede, wat over het goud is besloten. Sir Kingsley Wood was erg erkentelijk, maar deelde tevens mede, dat er in de verhouding met Amerika in zooverre een wijziging is gekomen, dat men ons goud voorloopig niet meer dringend noodig heeft; na 7 Januari zou de situatie duidelijker zijn en hij behoudt zich voor, dan op de zaak terug te komen: dat is voor ons allen een groote opluchting. Ik heb vandaag brieven van jou en van zoon Nev ontvangen van 7 December, waarmede ik, als altijd heel erg blij was. De berichten waren naar omstandigheden goed en de epistels zijn wel heel snel overgekomen. 't Gaat tegenwoordig wat geregelder, zoodat ik nu al jullie beschrijving van de Sinterklaasavond heb. Had ik er maar bij kunnen zijn! Van Stolk, die door Steenberghe uit Amerika is ontboden, zal worden belast met de aankoopen van voedsel en kleeding voor Nederland's ravitailleering nà den oorlog, of eerder, als en zoodra relief mogelijk wordt. Wij (Ministers Steenberghe en Van Rhijn, Lamping, Philipse, Van Stolk en ik) hebben daarover nu voortdurend besprekingen. Ein- | |
[pagina 231]
| |
delijk is men dus nu begonnen aan het plan, dat ik reeds in de eerste helft van Juli heb uitgewerktGa naar voetnoot449: beter laat dan nooit, al weten we niet of het al láát is. Het ziet er niet naar uit, of het nu spoedig uit zal zijn met den oorlog: Roosevelt verbindt zich steeds meer met de zaak van de geallieerden; onder invloed van de successen in Noord-Afrika zijn de Engelschen ook steeds meer geneigd tot doorvechten en ik moet erkennen, dat Hitler's houding mij thans wel mijzelf doet afvragen, of een vrede door vergelijk met volledige vrijheid voor West-Europa, eigenlijk nog wel eenige kans van slagen zou hebben. Het is geen opwekkend beeld voor het naderend einde van 1940; ook zijn er, eerlijk gezegd, weinig aanwijzingen voor een naderend ineenstorten van Duitschland. De Britsche verliezen op zee blijven echter héél ernstig en de Amerikaansche hulp, wil zij eenig effect hebben zal nu heel spoedig en in grooten omvang moeten komen. En dat zie ik, eerlijk gezegd, nog niet gebeuren. |
|