Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 230]
| |
Vrijdag 27 december 1940- - -Ga naar voetnoot447 De goudkwestie is weer in een ander stadium gekomen: de Ministerraad heeft na rijp beraad besloten, dat wij den Engelschen ons goud in Canada, ter waarde van ƒ 100.000.000 niet kunnen onthouden; de Minister van Financiën, Welter, heeft opdracht gegeven hetzelve over te dragen. Steenberghe, die - begrijpelijkerwijze - hiertegen groot bezwaar heeft, heeft tenslotte niet tegen het besluit gestemd. De Engelschen hebben beloofd ervoor te zullen zorgen, dat zoodra zij in Amerika kunnen betalen voor hunne defensiebehoeften zonder overdracht van dollars en goud, dezelfde faciliteiten voor Nederland en Nederlandsch-Indië te zullen verkrijgen en daarop heeft Welter aan den Gouverneur-Generaal geseind het verzoek om Nederland uit de Indische dollars een voorschot te geven van ƒ 50.000.000, zoodra Indië zelf in de U.S.A. niet langer zijn defensiebestellingen in goud behoeft te voldoenGa naar voetnoot448. Ik ben op dit alles nu niet zoo erg gerust, maar ik moet eerlijk zeggen, dat ik niet weet, hoe wij het Britsche beroep nog langer kunnen negeeren. |
|