Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdDinsdag 3 december 1940Ik heb een brief ontvangen van Dr. Kramer, voorzitter van het Algemeen Landbouw Syndicaat te Batavia, waarin hij mij vertelt, dat hij met het stoomschip ‘Kentar’ 60.000 pakjes Indische thee, namens de planters van Indië heeft verzonden, met het verzoek om te bewerkstelligen, dat de Royal Air Force die over Nederland zal uitstrooien, met daaraan gehecht een label, als hieronder geplaktGa naar voetnoot403; ik vind het een aardig denkbeeld en heb mij aanstonds in verbinding gesteld met den adjudant van den Minister van DefensieGa naar voetnoot404 met verzoek het met de Royal Air Force op te nemen; als het via den Ministerraad moet, komt er misschien weer niets van. Een dergelijken brief heeft Kramer ook gezonden aan Prins Bernhard, Winston Churchill, den bevelhebber der Royal Air ForceGa naar voetnoot405 en Daukes. Een ambtenaar van ons Ministerie van Waterstaat, Van Duyn, dien ik wel ken en die een behoorlijk rustig man lijkt van 62 jaar reeds, is door de Engelsche Secret Service gearresteerd en opgesloten, zonder dat zijn Minister, Ir. Albarda, er iets van weetGa naar voetnoot406. Het is een groot schandaal en m.i. moet onze Regeering eischen, dat hij onmiddellijk wordt vrijgelaten. Men zegt, dat hij jaren geleden bij de N.S.B. is aangesloten geweest, maar de eigenlijke reden is ons niet medegedeeld; als onze Regeering niet op de meest krachtige manier hiertegen optreedt, is zij geen knip voor haar neus waard: zij is het, niet de Britsche, die ten deze had moeten | |
[pagina 210]
| |
optreden, als de man iets op zijn kerfstok heeft; ik vrees, dat men de zaak weer op een halfzachte manier zal aanpakken, maar ben overtuigd, op grond van mijn ervaring op elk gebied, dat met een forsch vertoon de man zóó weer wordt vrijgelaten: we verdienen niet anders dan genegeerd en vertrapt te wordenGa naar voetnoot407. De geheele kwestie van de Nederlandsche geïnterneerden dreigt een heele ernstige te worden en de ontzettend moeilijke vraag gaat voor sommigen van ons rijzen, of wij deze Regeering mogen blijven steunen, als zij zelfs deze zaak niet met kracht en met durf tot een goed resultaat kan brengenGa naar voetnoot408. Er zijn krachten achter de schermen bezig, Nederlandsche krachten - naar naam althans! - die aan dit gedoe, dat volkomen in strijd is met onze beste beginselen en tradities, meêdoen of althans daarin berusten: dat wordt beweerd en het is van het hoogste belang dat de juistheid van dit bericht wordt onderzocht. Een Quaker-organisatie heeft onze Regeering een brief geschreven over den toestand in een gevangenis te Liverpool, waar een aantal Nederlandsche geïnterneerden, die na al deze maanden nog niet zijn verhoord, worden vastgehouden. De gevangenis, die oud is, is eenige malen door de Duitschers gebombardeerd, waarbij negen menschen omkwamen. Zoodra een luchtbombardement begint, worden de gevangenen ‘uit veiligheidsoverwegingen’ in afzonderlijke cellen gebracht, die - en dát weten de gevangenen - geenszins beveiligd zijn. Sommigen worden gek van angst en rammelen aan de deuren, slaan met stoelen en tafels tegen de muren en maken aldus allen volkomen overstuur. De brief is keurig en hoffelijk gesteld, maar is één aanklacht tegen de Britsche en onze Regeering. Dit moet in orde komen; deze menschen moeten spoedig worden verhoord; de onschuldigen moeten worden vrijgelaten; de schuldigen moeten behoorlijk en veilig worden gehuisvest, zooals Nederlandschen misdadigers zelfs toekomt. De serie tekortkomingen van onze Regeering, welke wij zoo graag en zoo goed mogelijk willen dienen, is vol. Het is ontzettend deprimeerend. |
|