Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdZaterdag 23 november 1940Lord Lothian, de Britsche ambassadeur in Washington, is na een verblijf van eenige weken in Engeland weer in Amerika teruggekeerd en heeft zich bij aankomst laten interviewen, waarbij hij botweg heeft gezegd, dat Engelands financiën bijkans uitgeput zijn en dat de U.S.A. spoedig credieten moeten geven. De Duitsche propaganda maakt hiervan natuurlijk een ruim gebruik en men moet wel aannemen dat de Marquess of Lothian een bedoeling heeft gehad met zijn anders wel uitermate dom-openhartige mededeeling. Vermoedelijk wilde hij het Amerikaansche volk voorbereiden op een verzoek om te kunnen koopen tegen sterling of op crediet en het is zelfs waarschijnlijk, dat de President daartoe door de publieke opinie wil gedwongen worden en dat Roosevelt's uitlatingen van gisteren en die van Lothian daarna een doorgestoken kaart zijn: anders is de zaak nauwelijks te verklaren. Wederom een weekend; ik vind ze verschrikkelijk: volop gelegenheid om te piekeren over al jouw zorgen, waaraan ik niets kan doen en daar is nu de afschuwelijke interneering van Nev bijgekomen. De anderen verlangen naar den Zaterdag en den Zondag, al bestaan die ook hoofdzakelijk uit wandelen, naar de radioberichten en -muziek luisteren en politiek praten. Ik voel mij enorm eenzaam en ben erg prikkelbaar, moet ik erkennen, vooral tegenover het semi-défaitistisch gepraat van Peekema en het voortdurend sneeren van Welter op de Engelschen. Ik hoorde dezer dagen, dat de vrouw van Van BoeyenGa naar voetnoot381 advies had gekregen om zich te voorzien van een dokter's attest, dat zij t.b.c. heeft, om aan een mogelijke interneering te ontkomen. Ook dat Mevrouw Welter Duitsche soldaten destijds had ingekwartierd gekregen en uit haar huis was gegaan om aan die vexatie te ontkomen. Zou dat ook jouw eigenlijke reden zijn geweest, om zoo gauw het huis op te geven? Ik | |
[pagina 201]
| |
begin het te vreezen en nog erger, dat je beide jongens bij Beresteijn hebt gedaan om ze onderdak te hebben als jou iets van interneering mocht overkomen. Kun je je voorstellen, dat ik diep terneergeslagen ben? Misschien is het alles loos alarm, maar er komt zoo weinig nieuws door en wat er komt, raakt natuurlijk allemaal alleen den buitenkant. Naar verluidt zijn onze vrouwen thans voor interneering voorloopig veilig, nu de Duitsche vrouwen in Indië zijn losgelaten, maar hoelang duurt 't voor dat tuig weer wat nieuws verzint? |
|