Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdVrijdag 8 november 1940Churchill hield een lawaaiige rede in het Lagerhuis, die niets nieuws bracht, behalve wat gescheld op naziismeGa naar voetnoot358. Veel belangrijker vond ik de rede van Halifax in de House of Lords, vooral het feit, dat hij een eeresaluut bracht aan de eervolle antecedenten van Maarschalk Pétain: er valt een steeds duidelijker toenadering te constateeren van Engeland tot de Vichy-Regeering, die uiterlijk nog niet beantwoord wordt, doch zeker een terugslag vindt in de steeds straffere houding van Frankrijk tegenover Duitschland. De Grieken houden nog altijd stand en al kan men nu niet zonder meer afgaan op alle overwinningsberichten uit dien hoek, het is een feit, dat de Italianen na 12 dagen practisch nog niets zijn opgeschoten en den Engelschen tijd geven zich te nestelen op Kreta en de overige Grieksche eilanden, vanwaar de zoo noodige luchtaanvallen op Zuid-Italië mogelijk worden. Voor Mussolini een geweldig échec, dat iedereen hem volgaarne gunt. Lamping heeft nu ook een nota gepleegd, die Steenberghe aan zijn ambtgenooten toezendt en die ook ten doel heeft aan te toonen, dat het een Nederlandsch belang van de eerste orde is, dat de oorlog spoedig tot een einde door overleg wordt gebracht, als wij onze volle onafhankelijkheid herkrijgen en als waarborgen tegen hernieuwde agressie kunnen worden verkregen, wat hij verwacht, evenals Welter, Peekema en ik. Hij gelooft aan een uiteindelijke Britsch-Amerikaansche overwinning, die echter zoolang zal vorderen, dat het Continent en daarmede Nederland kapot gebombardeerd en uigehongerd zijn. Ook hij acht het eerst noodige, dat wij ons standpunt klaar en oprecht aan de Britsche Regeering voorleggen en zelfs duidelijk maken, | |
[pagina 192]
| |
dat wij ons als uiterste middel zouden moeten onttrekken aan verdere deelneming aan den oorlog (oorlogs- en handelsvloot, grondstoffen, legioen), indien ons oorlogsdoel bereikbaar zou blijken, maar de Engelschen zouden willen doorvechten, tot aan de uiteindelijke vernietiging van Duitschland. Dit zijn ideeën, die ik al op 22 Juli verkondigde (zie dagboek, eerste deelGa naar voetnoot359), maar 't kan niet worden ontkend, dat Lamping ze thans heeft geformuleerd in een misschien ook voor de die-hards aantrekkelijk kleed: dat der zekere Britsche overwinning, als men zou willen doorvechten. Ben overigens benieuwd, of dit stuk in het kabinet meer succes zal hebben dan vorige nota's: met deze Regeering van domme burgermenschen is feitelijk niets te beginnenGa naar voetnoot360. |
|