Het dagboek van dr. G.H.C. Hart
(1976)–G.H.C. Hart– Auteursrechtelijk beschermdZaterdag 2 november 1940Wéér één van onze verjaardagen zonder jullie: je weet niet, hoe triest en neerdrukkend juist die dagen zijn, als je alléén bent. Ik heb weer in zoo heel lang niet van of over jullie gehoord en de toestand in Holland wordt er klaarblijkelijk niet beter op. Begonnen er eindelijk maar | |
[pagina 188]
| |
eens betere berichten te komen over den oorlog, dat je tenminste een einde van dit alles kan zien. Om tenminste eenig relief aan John's verjaardag te geven, vroeg ik Welter en De Beus om met mij te lunchen in l'Apéritif en daar dronken wij op zijn gezondheid en voor de zooveelste maal, als iemand van ons jarig is of zijn vrouw of een van zijn kinderen of zijn trouwdag herdenkt, op het héél spoedig weerzien. 's Avonds, in het huis, waar wij wonen in King's Langley, stond onze gastheer, de oude Hill, erop, een flesch champagne uit zijn kelder te halen en op John te drinken; de eerste champagne in een half jaar: men grijpt gretig naar voorteekenen in dezen tijd. Welter meent nog altijd, dat de Duitschers óns kantoorgebouw in Stratton Street als een van hun doelen op het oog hebben; ik geloof het niet, maar moet wel erkennen, dat er wel erg veel bommen bij ons in de buurt vallen; vanmorgen was Stratton Street afgezet; in het huis tegenover ons was een bom ingeslagen van 500 kg.; gelukkig was hij om een of andere reden in de lucht gesprongen, zoodat de schade aan het huis aan den overkant betrekkelijk gering was: anders was trouwens ook Stratton house zelf eraan gegaan. Ziehier het beeld vanuit mijn raam op 20 meter van mij afGa naar voetnoot351. Gelukkig was het gebouw vrijwel leeg toen het ongeluk gebeurde. Twee menschen, niet van onzen staf, werden gedood. |
|